Rosmolens
Rosmolens zijn al bekend uit de Romeinse tijd en werden voor vele doeleinden gebruikt. Het meest bekend is de functie als grutmolen, voor het malen van boekweit. Daarnaast werden ze gebruikt als koren- en oliemolen en op boerderijen voor het karnen, dorsen en strohakselen. Ook zijn er vermeldingen bekend als meekrapmolens, buskruitmolens, wasserijmolens, houtzaagmolens, pletmolens, tras- en cementmolens, mosterdmolens, runmolens, vlasmolens, klei- en turfmolens. En tenslotte werden ze gebruikt als wateropvoermolens in polders, maar ook in de stad Amsterdam.
De rosmolen te Kampen
Rosmolens waren zeer geschikt voor het malen van boekweit. De kwetsbare korrel vereist een zeer gelijkmatige wijze van malen en dat was met een windmolen niet goed mogelijk.
Vele vroege vermeldingen van rosmolens betreffen dan ook boekweitmolens, waarin de molenaar het ambt van grutter uitoefende. Een beroep dat tot in het midden van de vorige eeuw bleef bestaan.Een zeer gaaf bewaard gebleven exemplaar bevindt zich te Kampen, in het Gotisch Huis, aan de Oudestraat 158, waarin zich ook nog de eest bevindt. Een eerste vermelding van deze molen dateert van 1699. Helaas is de molen momenteel niet te bezoeken. Informatie is te vinden op: rosmolen te Kampen. (pdf 5 pag. 1.648.488 k)
De rosmolen in de Vesting Bourtange
In 1627 werd in de Vesting Bourtange, op de grens van de provincie Groningen en Duitsland, een rosmolen gebouwd. Deze werd gebruikt voor het malen van graan, bestemd voor de bewoners van de vesting en het garnizoen dat er was gelegerd. Aan het eind van de 17e eeuw werd er tevens een windmolen gebouwd, waardoor de rosmolen alleen bij langdurige windstilte werd gebruikt. Toch werd de rosmolen maalvaardig gehouden, zo blijkt uit meerdere bronnen. Na de opheffing en ontmanteling van de vesting, vanaf 1851, verdween de rosmolen.
Aan het eind van de vorige eeuw werd de vesting geheel gereconstrueerd naar de situatie van 1742. Ook de rosmolen werd gereconstrueerd en ondergebracht in het gebouw aan de voet van de standerdmolen.
Links staat de maalstoel en rechts de karnton, die beide door de molen werden aangedreven. Foto: Willem Jans 11-6-2005.
In 1982 publiceerde mevrouw G. S. Koeman-Poel het artikel De standerdmolen van de 'fortresse' Bourtange, afgedrukt in het blad De Zelfzwichter, nummer 25 en 26. In dit artikel wordt ook geschreven over deze rosmolen. Het volledige artikel is vanaf hier te downloaden fortresse Bourtange (pdf 8 pag. 990.440 k).
Informatie over de vesting is te vinden op Vesting Bourtange
De rosmolen in de museumboerderij 'Welgelegen' te Leens
In het verleden waren veel grote boerderijen voorzien van een rosmolen. Daar werden ze gebruikt voor het karnen van de boter, maar ook voor het dorsen van het graan en het hakselen van stro.
De museumboerderij 'Welgelegen' behoort bij het landgoed Verhildersum te Leens.
In deze boerderij bevindt zich een karnrosmolen die werd gebruikt voor het karnen van boter. De rosmolen staat opgesteld in de schuur en de karnton staat in de er naast gesitueerde melkenkamer.
De rondgaande beweging van het kroonwiel wordt overgebracht op een rondsel op een liggende metalen as die door de scheidingsmuur loopt.
In de karnruimte wordt de horizontale draaiende beweging omgezet in een verticale draaiende beweging. Deze draaiende beweging komt tot stand door een haakse kamwieloverbrenging.
In de ton bevindt zich een staande spil. Het karnen gebeurde middels de draaimechaniek.
Onder aan de spil is de pols is bevestigd. De pols komt ook voor in de vorm van een kruis.
Al het beslag is uitgevoerd in koper, waarmee oxidatie wordt voorkomen.
Alle foto's te Leens zijn gemaakt door B. D. Poppen op 12-4-2009.
De hondentredmolen in de museumboerderij 'Welgelegen'
Een nieuwe aanwinst is een hondentredmolen, waarmee boter werd gekarnd. Foto: B. D. Poppen, 19-11-2011.
De borg Verhildersum in Leens dateert uit de 14de eeuw en is van oorsprong een steenhuis. Tot 1953 is het bewoond geweest, waarna het in de jaren daarna tot museum werd ingericht.
Op het terrein van het landgoed is behalve de borg en de museumboerderij ook een 19de eeuwse koetshuis te vinden, waarin een expositieruimte en de museumwinkel is ondergebracht. Via een hoogholtje, een typisch Groninger brug, kom je bij een volledig ingericht landarbeidershuisje uit 1888. De duivenslagpoort, een boven de poort gebouwd duiventil, is reeds van verre te zien.
Ook staat er een schathuis waarin oorspronkelijk het vee en het hooi werd ondergebracht. Nu is er een theeschenkerij en restaurant in ingericht.
Achter de museumboerderij ligt een göpel, ook wel genoemd manege, geubel of geupel. Het is een moderne versie van een rosmolen. Meer informatie over dit type rosmolen is te lezen op de pagina göpel.Landgoed Verhildersum
Wierde 40
9965 TB Leens
telefoon 0595 57 14 30
Rosmolens als polder- of watermolens
Dat rosmolens niet alleen werden gebruikt voor het malen van granen, maar ook voor het bemalen van het water in steden en landerijen, bewijzen meerdere bronnen. Zo werden in de 17e eeuw in Amsterdam drie watermolens gebouwd die door paarden voortbewogen werden, bedoeld om het water uit de grachten te lozen. Het waterrad had een diameter van 2.70 meter en een breedte van drie meter. Voor de bemaling waren 27 paarden nodig waarvan er negen tegelijk het werk deden en die om het uur werden afgelost. Het water werd uigeslagen op Amstellands boezem, die beschikte over twee uitwateringsluizen bij Diemen. Bron: Mr. J. H. van den Hoek Ostende Rosmolens in Amsterdam 1519-1919.
Meer informatie is te vinden op Vereniging Vrienden van de Amsterdamse binnenstad.
In documenten uit 1783 van de heemraden van de polder van het Oudeland en Tournoisveld bij Woerden is o.a. sprake van het maken van "een nieuwe molen in den zelve met een scheprad, hetwelk door 't middel van een paard moet gaan".
Opgenomen in het boek 'Groninger molenhistorie'.
Buskruitmolens
Reeds in de 15e en 16e eeuw werden rosmolens ook gebruikt voor het vervaardigen van buskruit, waarbij salpeter, zwavel en houtskool, de ingrediënten van buskruit, werden fijnmalen.
In 2007 werd door archeologen de fundatie blootgelegd, van één van de kruitmolens die in de achttiende eeuw ten zuiden van Middelburg stonden. De molen was onderdeel van buskruitfabriek 'De Eendracht'.
Uitgebreide informatie is te vinden in de pfd-brochure Kruitmolen De Eendracht.
De göpel
Ook rosmolens hebben een modernisering meegemaakt en het resultaat werd de göpel, ook wel genoemd paardenmanege, geubel of geupel.
Meer informatie over dit type rosmolen, dat in Nederland nauwelijks nog voorkomt, is te lezen op de pagina göpel.
De paardenspil
Een ander voorbeeld van een moderne toepassing van de rosmolen is de paardenspil.
Deze spil werd gebruikt bij de riviervisserij, waarbij het grote en zware net, de 'zegen', van soms 350 meter lang, door paarden werd binnengehaald.
De spillen waren in feite grote windassen met een koning, waar omheen twee of drie grote ringen, toeren genaamd, waren gemonteerd.
Deze toeren hadden een diameter van 18, 12 en 6 meter. Kleinere versies en met twee toeren kwamen ook voor.Bovenstaande foto komt uit het TIMS-blad 'Molinologie', waarin een artikel over de paardenspil verscheen, gevolgd door een reactie.
Nr. 1, 1994: P.J.M. Martens, Het gebruik van paardespillen bij de riviervisserij, pp. 25-29.
Nr. 2, 1994: P.D. Scholten-Ballast, De paardespil van Heerewaarden, reactie pp. 19-20.
Beschreibung und Abbildung einer wandernden Roßmühle
Een klein deel van de openingspagina van de beschrijving.
In de Staats- und Universitätsbibliothek te Dresden is een klein boekje te vinden, waarin op 6 pagina’s en in de Gotische Fraktur, een beschrijving wordt gegeven van een rijdende rosmolen. De beschrijving wordt vooraf gegaan door een eenvoudige tekening van deze molen. Opgenomen in het boek 'Groninger molenhistorie'.
Rosmolens in de gemeente Eemsmond
In de gemeente Eemsmond, de gemeente waar ik woonachtig ben, bevinden zich nog een drietal rosmolens. Deze rosmolens heb ik beschreven en van foto's voorzien en zijn te vinden op de pagina rosmolens Eemsmond.
Over rosmolens in met name de provincies Groningen en Friesland zijn de volgende publicaties verschenen:
- Henk Epskamp De ros- of paardenmolen. De Zelfzwichter, jaargang 4, no. 9, december 1977, pag. 5-14. (pdf 122.728 k)
- A.J. IJzerman Karnmolens in Groningen en Fryslân. Verslag van de excursie op 1 juni 2002 van TIMS - Nederland en Vlaanderen. Molinologie, nummer 18, 2002, pag. 31-41.
- J.C. van Driel Roskarnmolens. De Nieuwe Zelfzwichter, kwartaalblad van de gezamenlijke Groninger molenorganisaties, jaargang 7, no. 1, maart 2003, pag. 3-4.
- De rosmolen in de boerderij Zuidpool in Usquert. De Nieuwe Zelfzwichter, kwartaalblad van de gezamenlijke Groninger molenorganisaties, jaargang 7, no. 2, juni 2003, pag. 3-5.
- Over een "Karntoestel door een hond in beweging gebracht" is in het document Karnwerktuigen in het midden van de 19e eeuw zowel een tekening als een beschrijving te vinden.
Over rosmolens in het algemeen zijn de volgende publicaties verschenen:
- Mr. J.H. van den Hoek Ostende Rosmolens in Amsterdam 1519-1919 in 73e Jaarboek Van Het Genootschap Amstelodamum. Amsterdam De Bussy Ellerman Harms B.V Anno 1981.
- A.J. Bernet Kempers In en om de Grutterij. Uitg. Ver. 'Vrienden van het Nederlands Openluchtmuseum' Arnhem 1979.
- A.J. Bernet Kempers Oliemolens. Uitg. Ver. 'Vrienden van het Nederlands Openluchtmuseum' Arnhem 1979.
- A.J. Yzerman Animal-powered farm mills in The Netherlands. Transactions 5th Symposium on Molinology, France, 1982, pag. 509-526, met ill.
- Ben Kloosterman Over karnmolens en andere karnmethoden. Molens, kwartaalblad van de Vereniging de Hollandsche Molen, nummer 69, februari 2003, pag. 24-27.
- Karel Broes Van tribulum tot rosmolen. Een zoektocht naar het ontstaan van de molen. Reeks Vlaamse molenstudies in het blad Molenecho's, Vlaams tijdschrift voor Molinologie, 2007, nummer 1, 260 pag., met veel illustraties.
- A.N. Peereboom Karnemelkse grutten: de rosmolen van De Jong in Blaricum. Molen Wereld, nummer 115, mei 2008, pag. 198-210, met veel illustraties.
- Luc Devliegher Rosmolens in de westvlaamse kuststreek. 1976 Bokrijkse berichten xiii. Overdruk uit biekorf 76 (1975-1976), met ill.
- De rosmolen in Kampen. 2002 St. Dr. C.N. Fehrman fonds. Kampen, 4 pag. met ill.
en een publicatie in mijn in het voorjaar van 2012 verschenen boek "Groninger molenhistorie":
- Vijf bestekken voor de bouw van rosmolens en hun onderkomens: te Groningen in 1672, te Bourtange in 1704, te Bruchem in 1654, te Amerongen in 1677 en te Oudeland in 1773, 16 pag. met 11 ill.
Over hondentredmolens is de volgende publicatie verschenen:
- Jan Delcour, Hondenmolens, Levende Molens vzw 1999, 67 blz., 91 foto's.
- Een overzicht van 32 rosmolens in Nederland met de adressen.